Terug naar overzicht
De Hoge Raad geeft duidelijkheid over het Didam-arrest in Didam II
15 november 2024
De Hoge Raad geeft duidelijkheid over het Didam-arrest in Didam II
- Een koopovereenkomst die in strijd met de Didam-regels is gesloten, is niet nietig of vernietigbaar.
- Een overheidslichaam dat in strijd met de regels uit het Didam-arrest overgaat tot verkoop van een onroerende zaak, handelt in beginsel onrechtmatig jegens een (potentiële) gegadigde die bij die verkoop ten onrechte geen gelijke kans heeft gekregen. Dat overheidslichaam kan op die grond schadeplichtig zijn jegens die gegadigde.
- De Didam-regels zijn ook van toepassing op handelen van een overheidslichaam dat heeft plaatsgevonden voorafgaande aan het Didam-arrest (16 november 2021).
- Ook in het geval dat een overheidslichaam een plan heeft ontwikkeld waarin zakelijke (objectieve) voorwaarden zijn gesteld waaraan volgens hem slechts één partij zal kunnen voldoen, zal het overheidslichaam zich tijdig voorafgaand aan de verkoop aan deze regel moeten houden.
- Aan welke gegadigde een onroerende zaak zal mogen worden verkocht is afhankelijk van de door het overheidslichaam, met inachtneming van de hem toekomende beleidsruimte, te stellen objectieve, toetsbare en redelijke criteria. De Didam-regels bieden ruimte om deze criteria in een beleidsregeling op te nemen.
Dit betekent dat een reeds gesloten overeenkomst, ook als die strijdig is met Didam, onaantastbaar is. Wel kan een overheidsorgaan (gemeente) aansprakelijk zijn jegens derde. De discussie in de rechtspraak (en literatuur) over vernietigbaarheid of eventuele nietigheid is hiermee gesloten. Ook is nu definitief duidelijk dat Didam al van toepassing was voor het Didam-arrest in november 2021.